Methodologie
We hebben als doel de bevolking op een eenvoudige, snelle en continue manier te bevragen. We berekenen met de antwoorden op de stellingen de populariteit van de stelling, alsook de correlatie met de andere stellingen en de positie van de stelling in het politiek spectrum. Maar hoe doen we dit nu juist allemaal?
Vragenlijst

Onze vragenlijst is opgebouwd uit stellingen, waarop de test-afnemers bevestigend of afkeurend kunnen reageren.

In deze stellingen zit geen argumentatie, dit zou leiden tot een zekere vooringenomenheid. De test-afnemers krijgen dus enkel een concrete maatregel te zien, en niet de voordelen of nadelen van deze maatregel.

Test-afnemers

Met behulp van een Facebook advertentie gaan we op zoek naar mensen die onze kiestest willen afnemen.

We proberen daarbij een zo willekeurig mogelijk publiek te bereiken, zodanig dat de test-afnemers een goede weerspiegeling zijn van de bevolking.

Factor analyse

In de antwoorden van de test-afnemers zit zeer veel structuur. Zo zal een voorstander van praktijktesten op de arbeidsmarkt ook voorstander zijn van praktijktesten op de vastgoed markt.

We gebruiken deze correlaties tussen de verschillende stellingen om een factor analyse toe te passen. Op deze manier krijgt elke test-afnemer en elke stelling twee dimensies en bekomen we een politiek spectrum.

Economisch links-rechts

De eerste dimensie die naar boven komt uit onze factor analyse is de economisch links-rechtse as. Ook op wikipedia wordt deze as als volgt beschreven:

De eerste as verdeelt politieke partijen op de links-rechtsschaal. Op deze schaal staan thema's als economie, zorg en belastingen centraal: thema's die veelal gaan over geld. Linkse partijen pleiten over het algemeen voor een gelijkere welvaartsverdeling en een grotere rol van de staat, terwijl rechtse partijen het belang van individuele verantwoordelijkheid en de vrije markt benadrukken. Bron: wikipedia

Progressief-conservatief

De tweede duidelijke dimensie is de conservatief-progressieve as:

De tweede as verdeelt politieke partijen op de progressief-conservatief as. Hier gaat het bijvoorbeeld om thema's als migratie, klimaat en Europese samenwerking, thema's die in mindere mate met geld te maken hebben. Progressieve partijen zijn overwegend voor Europese en internationale samenwerking, willen een stevige aanpak van de gevolgen van klimaatverandering en staan open tegenover de komst van migranten. Conservatieve partijen daarentegen pleiten eerder voor het belang van de nationale staat, zien klimaatverandering niet als een probleem en staan minder welwillend tegenover de komst van migranten. Bron: wikipedia